25 augustus 2020, dinsdagmiddag 13:50 uur:

We zitten bij dokter I. Beyer, neuroloog:

Ze vertelt dat er een MRI scan gemaakt moet worden. Morgenochtend om 8 uur. Spoed.

We worden bang.

Woensdag 26 augustus 2020:

Om 8 uur melden we ons bij de poli Radiologie voor de MRI scan.

Karel loopt zo slecht dat we, ook gisteren al, een rolstoel gebruiken. Muntjes hoeven we er niet in de gooien vanwege Corona.

Een medewerker komt Karel halen, ik mag mee om Karel te helpen met de kleding, want ook dat gaat heel moeizaam.

Een half uur later is Karel klaar. Om 9 uur zijn we weer thuis, en ga ik aan het werk. Gelukkig kan ik thuis werken. Ik ga extra uren werken om wat overuren op te bouwen voor eventuele ziekenhuisbezoeken.

De dag erop moeten we om 11.50 bij de neuroloog zijn voor de uitslag van de MRI scan.

Donderdag 27 augustus 2020, 11.50 uur:

Ongerust komen we aan bij de poli.

Zou het een tweede infarct zijn geweest?

Maar het blijkt veel erger…

Dokter Beyer heeft slecht nieuws. Er wordt een hersentumor vermoed. Met grote kans op kwaadaardigheid. Vanmiddag om 14.00 uur moeten we ons melden op het Neurocentrum van het VU in Amsterdam.

Vergeet niet te lunchen, zegt de dokter nog tegen me. Je moet nu sterk blijven zegt ze.

Ik kan haar niet beloven dat ik wat kan eten.

We rijden naar huis. Tranen, ongeloof, angst, er gaat van alles door ons heen. De lunch komt er niet van, we pakken Karel’s spullen, ik laat Meyke uit, en dan gaan we naar Amsterdam.

Karel heeft voor calamiteiten 500 euro gestort op de boodschappenrekening. Dat hij daar nog aan gedacht heeft…

Om 14:00 uur melden we ons. We zitten verkeerd , we moeten naar het Neurocentrum aan de overkant van de weg. Verdorie! Dat had de neuroloog wel beter op kunnen schrijven denk ik nog. Nou komen we te laat.

Maar gelukkig is het niet erg als we later zijn. Dat is van tevoren al ingecalculeerd.

Er komt een verpleegkundige, we denken uit Polen, met een enorme anamneselijst.

De meest uiteenlopende vragen worden gesteld. Of Karel een pastoraal werker wil…over dieet, noem maar op.

De medicijnen worden nagevraagd door iemand van de apotheek. Ik ruim Karel’s spullen in het kastje, en er komt een verpleegkundige om bloeddruk te meten, een arts die neurologische testen doet, een komen en gaan van personeel.

En dan moet ik naar huis. Meyke moet weer uitgelaten worden.
Ik ben in tranen, ik wil Karel niet alleen laten. Daar zit hij op het bed, wuift naar me, stuurt een handkus. God, wat houd ik van die man!

********************************************************************
Naar welke kant zal ik vandaag eens heen kruipen met mijn tentakels? Welk gebied van deze grijze cellen zal ik gaan aanvallen? Ik kan alle kanten op. Eerst maar een stukje naar rechts.
********************************************************************

Thuis aangekomen laat ik Meyke uit, en moet dan goed uithuilen. Wat lucht dat op, zo kan ik weer even verder. Wat zal ik eten? O ja, ik heb nog pizza. Een slaatje vooraf en dan de pizza.

Meyke mist Karel. Ze zit steeds naar de voordeur te kijken.

Ik bel Karel nog even. Wat heerlijk om zijn stem te horen…hij praat moeizaam. Hij zag er ook zo breekbaar uit. De laatste tijd dacht ik ook al: wat lijk je een oud mannetje te worden, is het wel goed met je?

Erica belt, of ze even langs zal komen. Huilend zeg ik ja. Ik wil even niet alleen zijn.

Remco brengt haar, ze neemt een 400 gram zware melkchocoladereep mee.

Zo, dat hoort erbij, zegt ze.

We houden elkaar stevig vast, ik laat de tranen weer stromen. Even geen coronashit. Ik wil mijn zus voelen, vasthouden, haar troost ontvangen.

We praten, huilen, lachen. Ze zegt: wat krijg je nou toch weer allemaal over je heen.

Vrijdag 28 augustus 2020.

Karel krijgt allerlei onderzoeken. Een ruggenprik, een echo van de testes, want daar werd een zwelling gevonden. De MRI scan van het Flevoziekenhuis wordt herbeoordeeld. Er wordt een tweede, uitgebreidere MRI scan gemaakt. Bloed prikken, het ene na het andere onderzoek, ook heel veel neurologische onderzoeken: reflexen testen.

Vrijdagmiddag als ik op bezoek ben, vertellen ze dat Karel morgenochtend even naar huis mag, een tijdelijk ontslag heet dat. Zondagavond om 20.00 uur moet Karel weer terug zijn op afdeling 2C van het Neurocentrum.

Het weekend samen is heerlijk. Het weer is mooi. We genieten en proberen zo min mogelijk aan de nare situatie te denken.

Zondagavond 30 augustus 2020, 20.00 uur:

Ik heb Karel weer op de afdeling gebracht.

Af en toe huilen we allebei. De angst komt als een storm over ons heen. Wat gaat er allemaal nog gebeuren? Wat is er in hemelsnaam aan de hand? Waarom overkomt ons dit?

1 september 2020, dinsdagavond :

Vandaag is er een biopt genomen van de tumor. Er wordt een gaatje in de schedel geboord, en dan met een holle naald wordt er een hapje genomen uit de tumor. Dan wordt het beoordeeld door de patholoog.

Karel moet 24 uur in het ziekenhuis blijven na de operatie. Hij was wel eerder uit de uitslaapkamer dan gebruikelijk, dat is positief, maar het blijft een operatie aan de hersenen, dus er moet gemonitord worden dat alles ook goed blijft gaan.

De tranen komen weer. Ik kijk naar mijn lieve Karel. Wat houd ik veel van hem… veel? Nee…oneindig veel.

Soms huilen we samen. Waarom? Waarom gebeurt dit?? We zijn zo gelukkig samen. Het loopt allemaal zo lekker… het thuiswerken bevalt zo goed. Veel minder stress. Karel die lekker in de tuin werkt, leest, computert, hij vermaakt zich prima na het faillissement van het bedrijf waar hij bijna 40 jaar gewerkt heeft. Het goede herstel na het herseninfarct van 1 januari. Tot 90% aan toe. Nog steeds sta ik achter dat percentage.