21 oktober 2020:

Wat gaat het razendsnel achteruit allemaal…. Een dag of 10 geleden aten we nog aan de eettafel. Ik bestelde dan lekker eten, en Karel kon daar nog een stukje van genieten.. En nu…. Van het heerlijke eten dat mijn schoonzussen maken en komen brengen, eet Karel maar twee hapjes. Nog niet eens… De tweede hap in zijn lepel bekijkt hij een half uur lang. Met zijn hoofd gebogen.

Karel houdt koffie soms een half uur in zijn hand. Hij lijkt dan helemaal in zijn eigen wereldje te zijn. Of hij neemt een slok en houdt die slok ook tientallen minuten in zijn mond. Ik moet Karel zeggen dat hij de koffie door moet slikken. Dan heft hij zijn hoofd langzaam op en zegt niets. Ik doe voor hoe hij moet slikken en daar reageert hij nauwelijks meer op.

Of hij kijkt naar zijn hand. Draait hem om en terug, weer om en terug. Dan zit hij ineengedoken.

Ik zie hem van me wegglijden. Mijn lieve, intelligente, grappige, mooie knappe man. Hij lijkt wel dement aan het worden. Zijn ogen staan dof, Karel heeft vaak moeite ze open te houden.

Hij praat steeds onduidelijker en zachter.

Hij heeft alweer een week geen ontlasting gehad. Morgen komt de dokter. Ik hoop dat Karel een klysma kan krijgen, want de vorige toiletgang was een crime. Koud zweet, enorm veel ontlasting. Karel was er de dag erna nog kapot moe van.

Een dikke week geleden kon Karel nog de TV uitzetten met de afstandsbediening. Nu gaat dat niet meer.

Kort geleden kon hij nog naar boven lopen. Voorzichtig en langzaam, maar het ging nog. Dat is ook voorgoed voorbij.

De babyfoon staat werkloos op tafel. Maar toch is hij handig als ik ga douchen of de was opruimen.

Wat raast het monster door Karels hoofd. Het stormt. Ik was net buiten met Meyke, de bomen maakten groot lawaai door de storm.

Ik heb gevraagd aan de bomen of ze alsjeblieft de tumor uit Karel’s hoofd willen blazen toen er een enorme windvlaag was.

Kon dat maar…. O, wat zou ik er wat voor geven als dat zou kunnen. De oude Karel weer terug. Gekke pasjes, stemmetjes, zo lief naar me lachen. Schrikken en bezorgd als ik in tranen ben.

Lekker koken. Computeren.

Gek doen met Obley en Meyke.

Samen de kerstboom halen. Kamperen… Naar Oostenrijk waar hij ook van is gaan houden. Hand in hand naar de Griek lopen op onze trouwdag.

Zijn overhemd strijken als hij naar zijn werk ging. Vrijdags naar Landsmeer naar zijn ouders.

In de tuin werken. Heel veel plantjes kopen.

Ach, wat zijn er veel herinneringen. En godzijdank veel, heel veel foto’s en filmpjes.

Kerst 2020? Nee, laat maar. Misschien heb ik het al gezegd, maar misschien een klein kunstboompje met lichtjes en dat is het.

De kans is groot dat Karel er niet meer is met Kerst. Het kan haast niet anders.

Ik ga echt niet sjouwen met een echte boom. Al die spullen van zolder halen.

Nee hoor, misschien wat kleine versierinkjes en that’s it.

Als Karel overlijdt, overlijdt er ook een deel van mij. Karel zit in me, is een deel van me. Voor altijd……